KOUDENBURG
Menu
Waar  vroeger het heerlijk kasteel van Cauwerburg  heeft gestaan, links van de Esdreef in
Temse,  bij wijk Cauwenberg. Hier was het domicilie van de familie van Couderborch.

Remigio  Catagalinna Over de loop van de Oude Schelde bestaan veel theoriën maar zoals
ontwikkeld door Luc Rochtus en Filip Hooghe in ‘Het Tempeliershof en de Rozendaalhoeve'
- lijkt aanneembaar door te stellen dat de Nieuwe Schelde de uitdieping is van een
moerassige depressie tussen Temse en Tielrode en de Oude Schelde in de Espolder te
Temse meanderde tussen Coudenborgh en Temse.
De Burcht van Cauwerburg.
Het heerlijk kasteel van Cauwerburg verhief zich links van de Esdreef. Het was een
gebouw uit de l6de eeuw in Vlaams-Spaanse bouwtrant. De ronde toren stamde uit
een veel vroegere periode. Aan het kasteel was ook een hoeve gebouwd. Kasteel en
hoeve lagen in een afzon¬derlijke rechthoekige omwalling. Hieruit kan men afleiden
dat de bezitting reeds stamde uit de Frankische periode. De Franken hadden de
gewoonte hun gebouwen op te trekken op een rechthoekige mote, een ophoping van
grond, of aardheuvel. Het kasteel van de heerlijkheid van Cauwerburg wordt maar
eerst uitdrukkelijk in het grafelijk leenboek van 1528 vermeld : * een steenen huys,
ghemetst van ordunen ende correlen staende binnen een wal en besloten met een
walbrug ...*. Of het ditzelfde kasteel is dat Remigio Cantagallina in 1612 afbeeldde,
weet ik niet. Op deze afbeelding merken we dat het omwald was en bestond uit twee
parallelle vleugels, elk met een zadeldak en trapgevel en een dwarsvleugel met
schilddak. Op de hoek stond toen nog een ronde toren met tentdakje, wat er op wijst
dat het eens een versterkte ves¬ting was  . En inderdaad in 1351 wordt dit kasteel
reeds vernoemd. Er was een kapel aan verbonden ver¬mits in dat jaar een kapelaan
werd benoemd  . Een klein poortgebouw met versierde poort¬omlijsting gaf toegang
tot een houten brug die kon opgehaald worden. De hoge trapgevels van het gebouw,
de torentinnen in Vlaams-Spaanse bouwtrant, doen ons vermoeden dat het door
Cantegallina afgebeelde gebouw opgericht is in de 16de eeuw. De ronde toren
evenwel wijst op een overblijfsel van een middeleeuwse burcht die hier eens zal
gestaan hebben. De afzon¬derlijk rechthoekige omwalling van neerhof en
woonburcht, zoals men op de oudste kaarten kan zien, laat veronderstellen dat het
geheel teruggaat op een Germaanse versterkte hoeve. We weten dat de heerlijkheid
zeker reeds vóór 1240 bestond en één der grootste en machtigste grafelijke lenen was
van het Waasland. Vermoedelijk moet de heer van Cauwerburg reeds vóór 941
beleend zijn geweest met dit goed. Anders is het moeilijk te begrijpen dat graaf Ar¬nulf
maar een gedeelte terugschenkt van de koninklijke villa Temse aan de
Sint-Pietersabdij. Cauwerburg was immers niet in deze schenking begrepen


Leenboek p. 304 - Gewassen tekening 16 cm x 40cm met opschrift A di 19 di Magio 1612. Koninklijk Museum voor
Schone Kunsten te Brussel.
SERRURE C 1840 nr. 225. -  D P & Br. Temse pagina  136.
SMET J. Couderborch, roem en vergankelijkheid van een heerlijk gravenleen in het zuidelijk Waasland (1240-1795) Jb.
Museum Temse 1995 p.1/150.
Dr. ELISABETH DHANENS. Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen: Temse in Cultureel Jaarboek
Oost-Vlaanderen pagina 403,404.